medailles.jpg

Aan het einde van de 19e eeuw was de voormalige kolonie Suriname van vrijwel geen enkele economische waarde voor Nederland. Desondanks bleef het bezit ervan belangrijk voor het koninkrijk vanwege diens internationale uitstraling als koloniale wereldmacht. Pas in 1940 zou de kolonie nieuwe betekenis krijgen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

In die tussenliggende jaren van 1895 tot aan 1940 was de zogenoemde Troepenmacht in Suriname (TRIS) stelselmatig afgebouwd tot slechts een kleine politioneel-militaire aanwezigheid van enkele honderden manschappen, welke niet eens meer deel uitmaakten van de nationale strijdkrachten en daarentegen bekostigd en gerekruteerd werden door het Ministerie van Koloniën. 

De rol van zowel trompetters en tamboers aan boord van de handelsschepen en de marineschepen was uitermate belangrijk in de 17e-eeuwse Nederlandse handelsnatie. Met signalen en tromgeroffel werd de bemanning aangestuurd voor de diverse werkzaamheden in het scheepswand, aan dek of voor het coördineren van het kanonvuur en communicatie met andere schepen. De trompetters en tamboers hadden elk een aparte status aan boord van de schepen, of bij aankomst in de koloniën.  

In bijgaande studie wordt op allerlei sociale en technische aspecten hun rol verder toegelicht.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was het voor Nederland verre van een automatisme om haar neutraliteit te bewaren tegenover de oorlogszuchtige partijen. Wat sinds 1839 als neutraliteitspolitiek gold, moest opnieuw actief worden uitgevonden, gepropagandeerd en bewerkstelligd tijdens dit Europese conflict.

Men kan zelfs stellen dat Nederland er alle belang bij had om juist neutraal te blijven. Hoe moeilijk dat was komt hier aan bod.

Het fenomeen militaire muziek is nou niet bepaald een onderwerp wat veel serieuze aandacht verkrijgt, laat staan dat dit onderwerp het middelpunt is van wetenschappelijke studie.

Toch hebben wij voor de geïnteresseerde leden van Mars et Historia een bijzondere en online beschikbare publicatie gevonden!

In de periode van de Late Middeleeuwen waarin de Lage Landen nog niet verenigd waren onder één centraal gezag, vormen de Hoekse en Kabeljauwse twisten een onderbelichte periode in de vaderlandse- en militaire geschiedenis. Dat mogen we op zijn zachts gezegd bijzonder noemen voor een periode van 1350 tot aan 1490, die zich kenmerkt als een serie van burgeroorlogen. In deze politieke strijd werden de graafschappen van Holland en Zeeland meegetrokken, alsmede het Sticht Utrecht en de autonome heerlijkheid de Friese Vrijheid (c.q. West-Friesland / het huidige Noord-Holland). 

Hoog tijd dus voor wat nadere aandacht.