mldvliegtuig.jpg

De maritieme geschiedenis van de Bataafse marine laat zich in het populaire domein voornamelijk kennen door de smadelijke nederlaag in de Slag bij Kamperduin.

Niettemin speelde deze vloot een belangrijke rol in zowel het streven van Napoleon voor een maritieme invasie, alsmede een sterk en onafhankelijke Bataafse republiek.

Of zoals de onderzoeker van de studie die wij hier aanbieden, dhr. Idzerda, zelf stelt: "Het was niet vanzelfsprekend dat de Bataafse Republiek gedurende de jaren 1795-1806 een onafhankelijke staat kon blijven. De Bataven verkeerden in oorlog met Engeland op zee en zaten in een moeilijk politiek spel verwikkeld met Frankrijk. In de geschiedschrijving is weinig aandacht uitgegaan naar het belang die de Nederlandse marine heeft gehad in het waarborgen en beveiligen van de Bataafse onafhankelijkheid gedurende deze jaren. In dit onderzoek kunt u lezen hoe de Bataafse marine heeft bijgedragen aan het bestaansrecht van de Republiek."

 

In 2014 publiceerde dhr. S. Idzerda zijn masterscriptie militaire geschiedenis (Universiteit van Amsterdam) over dit onderwerp, getiteld:

Om de existentie van de Bataafse Republiek! Hoe de Bataafse marine heeft bijgedragen aan het internationale aanzien van de Bataafse Republiek en haar onafhankelijkheid heeft kunnen waarborgen in de periode 1795-1806.

Na de Eerste Wereldoorlog moest de Koninklijke Marine zich richten op nieuwe taken. Uiteraard bleef de nadruk ook in de jaren tussen de twee wereldoorlogen liggen op de verdediging van Nederlands-Indië. Maar wat te doen in de thuiswateren van Nederland, te weten de Noordzee?

De kustverdediging was voornamelijk een taak van de landmacht, en bleef daarom in de eerste jaren van het Interbellum een bescheiden taak vereisen van de marine. Bezuinigingen op de defensiebegrotingen in volgende jaren lieten verder weinig ruimte over voor andere taken. Pas vanaf 1935 gaat de Nederlandse regering weer meer geld spenderen aan de defensie, vanwege de groeiende oorlogsdreiging in Europa. Niet alleen krijgt de Koninklijke Marine dan een betere taakomschrijving over haal rol in de kustverdediging, maar ook komt er een tweede taak en rol vervulling bij. Dit is het veilig stellen van de aanvoerroutes voor grondstoffen, oorlogsvoorraden en voedsel. Kortom, de marine word betrokken in de economische oorlogsvoering.

Wederom bieden we hier een interessante & lezenswaardige studie aan. 

In 2010 schreef dhr. A.A. Westerink (Universiteit van Amsterdam) zijn masterscriptie over bovenstaand onderwerp, getiteld:

Waar de blanke top der duinen… De taakstelling der Koninklijke Marine in Nederland gedurende het Interbellum in debat en beleid, 1918-1940.

Voor een zo compleet en gedetailleerd mogelijk overzicht van de inzet van de Nederlandse artillerie in de Grebbelinie gedurende de meidagen van 1940, verwijzen wij graag naar de tweedelige studie van dhr. Dr. C.J. Ruissen uit 2005 en 2006. Deze zijn beschikbaar via de enorm informatieve website De slag om de Grebbeberg en de Betuwestelling in mei 1940. Hieronder geven wij de directe weblinks:

Artillerie mei 1940, de krijgsverrichtingen en achtergronden. Deel 1. Grebbelinie Zuid.

Artillerie mei 1940, de krijgsverrichtingen en achtergronden. Deel 2. Grebbelinie Noord.

 

Stuk 7-Veld. (Foto ontleend aan website 41e Afdeling Veldartillerie)

 

Wat waren de operationele kwaliteiten van de Nederlandse luchtmacht in de jaren tussen beide wereldoorlogen? Wat was haar samenwerkende rol met het veldleger?

Aan de hand van een uitgebreid onderzoek naar de onderlinge oefeningen die destijds werden gehouden, komt een beeld naar voren dat de luchtmacht voldoende was voorbereid volgens de vastgestelde maatstaven.

Dit alles komt aan de orde in de masterscriptie van dhr. A. Tjallema (Universiteit van Amsterdam, 2015), getiteld:

Mayday: Operationele Kwaliteit. Onderzoek naar de operationele kwaliteit van de Luchtvaartafdeeling (LVA) in dienst van het Veldleger 1920-1935.

Fokker D.XXI (replica Nationaal Militair Museum)

De ontwikkeling van nieuwe handboeken voor infanterietactieken na de Eerste Wereldoorlog laat zien dat er ook binnen de Nederlandse strijkkrachten sprake was van vernieuwingen. Er bleven gedurende het Interbellum vele nieuwe voorschriften en gevechtshandleidingen volgen. 

Hoe sloten deze nieuwe concepten echter aan bij een krijgsmacht die in de jaren 30 te maken kreeg met almaar toenemende bezuinigingen, of hoe sloten deze concepten aan bij de werkelijkheid van het bestaande (veld)leger? De nieuwe handboeken spraken van een offensief ingestelde geest voor het leger, maar de werkelijkheid laat zien dat de plaatsing van het veldleger in de hoofdstelling van de Grebbelinie juist een defensief karakter had. Bovendien bleek bij herhalingsoefeningen in de jaren 30 en de grote manoeuvres uit 1936, dat de nieuwe infanterietactieken ver vooruit liepen of de parate staat waarin het leger verkeerde. Er was zelfs sprake van een groot gat, welke niet op korte termijn gedicht zou kunnen worden.

Hoog tijd voor een diepere blik, middels een andere studie welke we hier aanbieden. Lees verder...