Gedurende het bestaan van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën was de marine opgedeeld in een aantal Admiraliteiten die per kustprovincie georganiseerd werden. Zo ook al bij het ontstaan van de republiek tijdens de Tachtigjarige Oorlog, voor Holland, Friesland... en Zeeland. Voor deze laatste bieden we hier de studie aan van dhr. Vandenberghe De Zeeuwse maritieme oorlogsvloot. In deze geschiedenis wordt op velerlei vlakken ingegaan op de rol van de Zeeuwse oorlogsvloot tijdens de opstand tegen Spanje.
De zeeslag bij Sluis in 1603, door Andries Eertvelt
In zijn inleiding schrijft Vandenberghe: "Welke rol speelde de vloot als machtsinstrument voor de Republiek? Hoe werden de belangen van Zeeland hierin behartigd? In de eerste plaats diende de oorlogsvloot ter bescherming van de Zeven Provinciën. De organisatie en het eigenlijk uitvoerend beleid gebeurde door de Admiraliteit. Deze instelling had enkele prominente taken die beter moeten worden toegelicht. De economische bescherming van de Republiek was één van de fundamenten om de statenbond beter te doen functioneren. Daarom voerde de Admiraliteit de controle van de handel uit door middel van invoer- en uitvoerrechten. Een tweede methode tot handelsbescherming was het behouden van de blokkadevloot tegen de Vlaamse havens. Daarnaast vaardigde de instelling ook bevelen uit tot konvooieren van schepen. [...] Wat waren de voornaamste beslissingen van de Zeeuwse Admiraliteit tussen 1585 en 1609? In welke mate hadden de financiële inkomsten een impact op het bedrijf van de oorlogsvloot? Hoe werden de verschillende uitgaven besteed tot het creëren van een uitgebreide oorlogsvloot in de verschillende vlootbasissen van Zeeland?"
"De verschillende centrale en gewestelijke instellingen hadden enige invloed op het bedrijf van de Admiraliteit. Op welke gebieden traden ze tot inmenging van de bevoegdheid van het Zeeuws college in? In de verschillende Zeeuwse havens werden de financiën van de instelling besteed tot de aanbouw, uitrusting en herstellingswerken van de oorlogsschepen. [...] Was er sprake van vernieuwing bij de verschillende gevechtstypes? Wat waren de verschillende vlootprogramma’s van de havens van Zeeland? De bouw, herstellingswerken en andere taken waren in handen van de equipagemeesters. Deze legden de rekeningen voor aan de Thesorier Generaal van de Rekenkamer. Hoe werd de taakstelling van de equipagemeester omschreven? Bij het derde luik van de probleemstelling moet nog een secundaire vraagstelling in het achterhoofd gehouden worden. Wat waren de verschillen in scheepsbouw ten opzichte van de Spaanse vijand en Duinkerkers?"
In 2007 publiceerde dhr. C. Vandenberghe zijn licentiaat scriptie (Universiteit van Gent), getiteld De Zeeuwse maritieme oorlogsvloot: vanaf de Val van Antwerpen (1585) tot aan de start van het Twaalfjarig Bestand (1609).