In het themanummer van Mars et Historia over de Slag in de Javazee neemt de heer Leebeek (commandeur b.d.) de lezer mee in een uitvoerig en goed onderbouwd artikel over de rol van de luchteenheden tijdens de zeeslag en geeft vele nieuwe inzichten. De heer Leebeek gebruikte onder andere als broninformatie een online artikel van de luchtmacht historicus P.C. de Boer, welke we hier graag beschikbaar willen stellen als extra achtergrond informatie.
De Boer schreef het volgende artikel (als pdf-versie te downloaden): The direct air support during the Battle of the Java Sea, as seen from the allied side.
Curtiss H75A-7Hawk jachtvliegtuigen in formatie boven Cheribon, 1941. Het voorste vliegtuig wordt gevlogen door 1e luitenant Wim Boxman. Het tweede vliegtuig door sergeant vl.wnr. H.J. (Manus) Mulder en het derde door P.C. van Breen. [Foto: collectie R. Vis]
In het artikel opent De Boer als volgt: After a failed air campaign fought in the period of 18 February up to and including 27 February 1942 the allied forces in Java, former Netherlands East Indies, had only one instrument left to try to prevent a Japanese invasion of Java, the Combined Striking Force (CSF) of the combined allied navies. The battle of the Java Sea between the CSF, a naval squadron consisting of cruisers and destroyers from The Netherlands, United States, United Kingdom and Australia commanded by Rear-Admiral K.W.F.M. Doorman and a Japanese war fleet led by Rear-Admiral Takagi Takeo on 27 February 1942 is well known, as is its outcome. Less well known is the fact that during the larger part of the so-called day fight of the battle the allied air forces of the joint combined Java Air Command (JAC) succeeded in keeping up a local air superiority with 15 fighters from Ngoro in eastern Java.