Hoe keek de Spaanse soldaat aan tegen de opstandige Protestanten tijdens de Tachtigjarige Oorlog? Een voorbeeld vinden we terug bij kapitein Alonso Vázquez die een groot aantal jaren aan Spaanse zijde streed en zijn memoires achterliet.
De heer Notten bestudeerde deze memoires uitgebreid voor zijn studie geschiedenis, en schrijft in zijn inleiding onder andere: "Alonso Vázquez (155?-‐1624) vocht tussen 1577 en 1592 in het Spaanse leger. Hij streed voornamelijk tegen protestantse opstandelingen, maar ook tegen katholieken, zowel in de Nederlanden als een aantal maanden in Frankrijk. Ook verbleef hij kort in Duits gebied. Vázquez werd geboren in Toledo in een familie van een gemiddelde klasse. Hij schopte het tot rang van kapitein en diende de meeste tijd onder Alexander Farnese, hertog van Parma (1504-1592). Over Alonso Vázquez is weinig persoonlijke informatie bekend. Het is te danken aan de uitgebreide oorlogskronieken die hij schreef tussen 1614 en 1624 over zijn periode in de Nederlanden dat hij niet geheel in de anonimiteit is gebleven."
Notten vervolgt....
"In de circa 1500 pagina's tellende kroniek Guerras de Flandes y Francia en tiempo de Alejandro Farnese, of Oorlogen in de Nederlanden en Frankrijk ten tijde van Alexander Farnese, beschrijft hij diens oorlogshandelingen, karakteriseert hij gebieden met hun bewoners en spreekt hij over de redenen dat tegen de opstandelingen gevochten wordt. In zijn ogen zijn de ooit zo gehoorzame bewoners van de Nederlanders veranderd in vijanden van de kerk (enemigos de la iglesia). Zelfs op een generaal pardon voor iedereen die de 'valse sekte van Calvijn' volgde en weer terug zou keren naar het ware geloof (verdadere religion) van de roomse kerk gingen 'de ketters' niet in. Daarom schrijft Vázquez, was geweld geoorloofd om de vijanden van 'onze kerk' weer onder het Spaanse gezag te onderwerpen (traer á obediencia á los enemigos de nuestra fe). Het was in zijn ogen de belangrijkste reden waarom de oorlog gevoerd werd."
In 2011 schreef dhr. T. Notten zijn master scriptie geschiedenis (Rijksuniversiteit Groningen) getiteld: Het vijandbeeld van de Spaans-katholieke militair Alonso Vázquez over de protestanten tijdens de Nederlandse Opstand (1577-1592).
1
Alonso
Vázquez,
Guerras
de
Flandes
y
Francia
en
tiempo
de
Alejandro
Farnese
II.
José
León
Sancho
Rayón
ed.
(Madrid
1879-‐1880)
63.
Bij
citaten
wordt
de
negentiende-‐eeuwse
schrijfwijze
van
Sancho
Rayón
aangehouden.
2
Ibidem,
63.
4
gebleven.
In
de
circa
1500
pagina’s
tellende
kroniek
Guerras
de
Flandes
y
Francia
en
tiempo
de
Alejandro
Farnese3,
of
Oorlogen
in
de
Nederlanden4
en
Frankrijk
ten
tijde
van
Alexander
Farnese,
beschrijft
hij
diens
oorlogshandelingen,
karakteriseert
hij
gebieden
met
hun
bewoners
en
spreekt
hij
over
de
redenen
dat
tegen
de
opstandelingen
gevochten
wordt.
In
zijn
ogen
zijn
de
ooit
zo
gehoorzame
bewoners
van
de
Nederlanders
veranderd
in
vijanden
van
de
kerk
(enemigos
de
la
iglesia).
Zelfs
op
een
generaal
pardon
voor
iedereen
die
de
‘valse
sekte
van
Calvijn’
volgde
en
weer
zou
terugkeren
naar
het
ware
geloof
(verdadera
religion)
van
de
roomse
kerk
gingen
‘de
ketters’
niet
in.
Daarom,
schrijft
Vázquez,
was
geweld
geoorloofd
om
de
vijanden
van
‘onze
kerk’
weer
onder
het
Spaanse
gezag
te
onderwerpen
(traer
á
obediencia
á
los
enemigos
de
nuestra
fe).5
Het
was
in
zijn
ogen
de
belangrijkste
reden
waarom
de
oorlog
gevoerd
werd.