f16.jpg

Na de Eerste Wereldoorlog moest de Koninklijke Marine zich richten op nieuwe taken. Uiteraard bleef de nadruk ook in de jaren tussen de twee wereldoorlogen liggen op de verdediging van Nederlands-Indië. Maar wat te doen in de thuiswateren van Nederland, te weten de Noordzee?

De kustverdediging was voornamelijk een taak van de landmacht, en bleef daarom in de eerste jaren van het Interbellum een bescheiden taak vereisen van de marine. Bezuinigingen op de defensiebegrotingen in volgende jaren lieten verder weinig ruimte over voor andere taken. Pas vanaf 1935 gaat de Nederlandse regering weer meer geld spenderen aan de defensie, vanwege de groeiende oorlogsdreiging in Europa. Niet alleen krijgt de Koninklijke Marine dan een betere taakomschrijving over haal rol in de kustverdediging, maar ook komt er een tweede taak en rol vervulling bij. Dit is het veilig stellen van de aanvoerroutes voor grondstoffen, oorlogsvoorraden en voedsel. Kortom, de marine word betrokken in de economische oorlogsvoering.

Wederom bieden we hier een interessante & lezenswaardige studie aan. 

In 2010 schreef dhr. A.A. Westerink (Universiteit van Amsterdam) zijn masterscriptie over bovenstaand onderwerp, getiteld:

Waar de blanke top der duinen… De taakstelling der Koninklijke Marine in Nederland gedurende het Interbellum in debat en beleid, 1918-1940.