Met de uitbraak van de Koude Oorlog werd het ook noodzakelijk in Nederland nieuwe en grotere kazernes te bouwen. In het kader van de vele bezoeken die we als vereniging Mars et Historia de afgelopen jaren hebben gebracht aan historische collecties van militaire eenheden, die nu juist een onderkomen hebben op kazernes, is het wellicht best eens interessant om te kijken naar deze kazernes van na 1945. Want voordat je het zomaar voor normaal acht, loop je werkelijk ook hier door de architectuur van de Nederlandse militaire geschiedenis. Over die kazernes schreef mevr. Sörensen recent haar studie Uit de grond gestampt.
In haar inleiding schrijft ze: "In deze scriptie is onderzoek gedaan naar het besluitvormingsproces dat leidde tot de kazernebouw op de Veluwe in 1951. De vier hoofdstukken zijn ingedeeld volgens vier stappen van een besluitvormingsproces. In het eerste hoofdstuk is uiteengezet welke politieke en militaire ontwikkelingen de aanleiding gaven tot de bouw van kazernes in Nederland. De spanningen met het communistische Oosten en de Koreaanse oorlog die vlak daarna uitbrak waren de belangrijkste redenen voor de NAVO-lidstaten, waaronder Nederland, de militaire opbouw te versnellen. Het werd door de Nederlandse regering noodzakelijk geacht troepen te gaan legeren in de vorm van vijf divisies, waarvan één paraat, alleen was er niet genoeg legeringsruimte in Nederland. In hoofdstuk twee is aan de hand van parlementaire documenten onderzocht welke personen de doorslag gaven voor de uitvoering van de kazernebouw op de Veluwe. De kazernes, ieder bestemd voor 3000 militairen, moesten gebouwd worden nabij bestaande oefenterreinen. In het derde hoofdstuk is onderzocht wie de kazernebouw uitvoerden. [...]"
"Op 15 juni 1951 kreeg het Centraal Bouwbureau der Genie de opdracht om binnen een jaar kazernes te bouwen voor 24.000 man. In het vierde hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de uitvoering. Vanwege het behoud van recreatiegebieden konden alleen op de Veluwe drie kazernes nabij Nunspeet, Ermelo en ’t Harde gebouwd worden. Als vervolg hierop werden nog twee kazernes gebouwd, één in Drenthe en één in Noord-Brabant. Het besluitvormingsproces van de kazernebouw verliep door uiteenlopende belemmeringen niet feilloos, zoals botsingen in de politiek, obstakels bij het vinden van bouwterreinen, bouwfraude en kritiek op het gehanteerde personeelsbeleid. De opdracht was niet realiseerbaar en moest worden aangepast. De kazernes zouden onderdak bieden voor 15.000 man en werden een maand later betrokken dan gepland. Op 20 oktober 1953 werden de voltooide vijf kazernes in een bijeenkomst te Nunspeet officieel door de N.V. Midden Nederland aan het ministerie van Oorlog overgedragen."
In 2019 publiceerde mevr. D. Sörensen haar masterscriptie (Universiteit van Amsterdam), getiteld Uit de grond gestampt: een onderzoek naar het besluitvormingsproces van de militaire kazernebouw op de Veluwe tussen 1951 en 1953.