De Barbarijse staatjes aan de Noord-Afrikaanse kust vormden al eeuwen lang met hun piraten activiteiten een doorn in het oog van de Europese zeevarende mogendheden, maar konden niettemin hun activiteiten blijven vervolgen met hun corsair schepen. Nadat Europa een nieuwe internationale orde had geschapen in 1815. Na het verslaan van Napoleon op Waterloo, kon men zich ook veroorloven om naast de vrede intern te bewaren, nu het blikveld te verleggen naar de directe buitengrenzen van Europa. Om de commerciële handel in de Middellandse Zee te garanderen, was het noodzakelijk de corsair staatjes in Algiers, Tunis en Tripoli op hun nummer te zetten. En zo kwam het ertoe dat twee marine eskaders van Nederland en Groot-Brittannië die zich toevallig tegelijkertijd in Gibraltar bevonden, een strafexpeditie ondernamen naar Algiers in 1816.
In een interessant artikel gaat dhr. de Lange in op de internationale maritieme rol van Nederland na 1815 als kleine machtsstaat binnen Europa, het evenwicht in Europa zelf onderling en de naar buiten toe gerichte militaire en koloniale expansiedrift. De weblink via Google Books verwijst naar het boek Shaping the International Relations of the Netherlands, 1815-2000. A Small Country on the Global Scene, dus blader even online naar de pagina contents (inhoudsopgave), om dan het volgende te lezen: ‘Algiers Burning. The United Kingdom of the Netherlands and the Post-Napoleonic European Order of Peace and Security’.