De Eerste Coalitieoorlog tegen het revolutionaire Frankrijk verliep begin 1794 rampzalig voor de Nederlandse republiek en haar bondgenoten. De Zuidelijke Nederlanden moesten worden verlaten, en ook in het zuiden moest republiek op eigen grondgebied wijken voor de oprukkende Franse troepen. Om het hart van de staat te verdedigen werd in het najaar de Grebbelinie in staat van gereedheid gebracht. In het Eemland vertoefden ondertussen grote aantallen teruggetrokken troepen van het Staatse leger, en ook van haar bondgenoten, te weten Britten, Hannoveranen en Hessen. Hun aanwezigheid had een enorme weerslag op de plaatselijke bevolking en de oorlog drukte enorm zwaar op de lokale economie. Steden en dorpen op het platteland zouden geruïneerd achterblijven.
Dit alles wordt zeer gedetailleerd beschreven in het artikel van dhr. Uppelschoten: De 'ontzaggelijk groote passage van de Engelsche armee': Amersfoort en omgeving in de oorlog van 1794-1795.