Tijdens de Tachtigjarige oorlog hebben de bevolkingen van vele steden en dorpen moeten lijden onder de overwinnaars van belegeringen, die zich vaak aan buit tegoed deden vanwege achterstallige soldij. Daarbij werd moord en verkrachting ook toegepast op soms gruwelijke en grote schaal. Steden in zowel de noordelijke als zuidelijke Nederlanden vielen hieraan ten prooi, zoals de welbekende Spaanse furie van Antwerpen, of die van Naarden. En andere steden ontliepen het geweld ook niet, zoals Amersfoort, Oudewater, Lier, Mechelen en Maastricht. Er was ook geen onderscheid in het geweld, dat juist door beide partijen werd toegepast.
De herinnering aan deze furies bleef vaak tientallen zo niet honderden jaren herdacht in het collectieve bewustzijn van stedelingen, waarvan sommigen het zelfs op doek lieten vastleggen. Hierover schreef mevr. Eekhout een zeer wetenswaardig artikel in het tijdschrift De Zeventiende Eeuw, getiteld: Furies in beeld: herinneringen aan gewelddadige innames van steden tijdens de Nederlandse Opstand op zeventiende-eeuwse schilderijen.
Inname van Mechelen door de Geuzen in 1580 (schilderij van Nicolaas van Eyck)