medailles.jpg

Met de opkomst van vuurwapens op het slagveld nam het belang van blanke wapens af voor de voetsoldaat. Echter, hij kreeg er wel een nieuw wapen voor terug... de bajonet. Na de Napoleontische oorlogen nam het inzicht toe om de voetsoldaten ook een behoorlijke training te geven in het omgaan met de bajonet.

In het voormalige jaarboek Armamentaria van het Legermuseum schreef de heer Maurice Donners een interessant artikel hierover: Hoerrah! De bajonetschermkunst in Nederland 1841-1908.

Donners schrijft onder andere: De ervaringen die men in de napoleontische oorlogen opgedaan had, gingen niet allemaal verloren. Zodra Europa in rustiger vaarwater kwam, werd er hard gewerkt om zowel de schiet- als de bajonetschermkunst te syste­matiseren en in te voeren in het militair onderwijs. De onderwijzers ondervonden al lang dat de lichamelijke gesteldheid van de rekruten veel te wensen overliet. Door de invoering van het bajonetschermen, hoe beperkt ook, werd dit probleem alleen maar vergroot.

[...] In de jaren dertig van de negentiende eeuw begon in Nederland door te dringen dat het bajonetschermen zich internationaal aan het uitbreiden was, waar het enkele jaren daar­voor nog vrij onbekend was. Zelfs Sultan Mahmoud in Constantinopel liet zijn leger met het voor de soldaten nieuwe bajonetgeweer schermen om hen vertrouwen in dit wapen te geven. Het is vreemd dat in Frank­rijk, juist hèt land waar het blanke wapen altijd zo populair is geweest, het bajonet­schermen nog niet van de grond kwam. Waar­schijnlijk voorkwam chauvinisme het invoe­ren hiervan, omdat de basis niet in Frankrijk was gelegd. De invoering zou echter niet lang op zich laten wachten. In Parijs was door de kolonel Amaros een instituut voor onderwijs in kunstmatige lichaamsoefeningen opge­richt. Hier kreeg de militair de behendigheid en vlugheid die nodig was voor het bajonet­schermen.