Wanneer de Staatse troepen eind 16e eeuw vaste grond krijgen in wat nu bekend is als Zeeuws-Vlaanderen, weten ze ondanks de Spaanse herovering van Antwerpen en de gebieden er omheen, nog vaak binnen te dringen in dit territorium. Niet zozeer om hier nieuw gebied te veroveren, maar om in de Vlaamse stadjes en dorpen binnen te vallen en losgeld te vragen en zo deels te oorlog te financieren. Wie niet kon betalen, leverde de wrange prijs van plundering en verwoesting van woningen, have en goed en wat niet meer aanwezig in deze kleine gemeenschappen.
Dit veelal onbekende deel van de strijd tussen de Staatsen van de Nederlandse republiek en hun Spaanse tegenstander ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog wordt beschreven in een artikel van dhr. De Kraker gepubliceerd in het tijdschrift BMGN - Low Countries Historical Review in 2006 (nummer 1), en getiteld Een staatse strategie in een ‘uitgestorven’ land: organisatie en ten uitvoerlegging van de brandschat in Vlaanderen, 1585 tot 1604.
Plundering van een dorp, mogelijk Wommelgem in 1589 (ca. 1615-1620), door Sebastiaan Vrancx (Düsseldorf Museum Kunstpalatz)