Om het krijgsmacht jaarlijks van voldoende dienstplichtige militairen te voorzien, werden in de 19e eeuw zogenoemde lotingsdagen georganiseerd. Loteling was destijds de benaming voor de dienstplichtigen, die via een toevalstreffer met allerlei namen uit een ronddraaiende trommel tevoorschijn kwamen.
Waar dit op zich eerlijk leek, waren er in eind 19e eeuw allerlei uitzonderingen, en zag de gewone man de dienstplicht als een zeer onwelkome onderbreking van het leven. Verder was in elke plaats de lotingsdag, net als onder andere de kermis, een jaarlijks uitje voor waar verder weinig gebeurde. Het gaf voor de lokale autoriteiten, de veldwachter en de lotingscommissie elk jaar extra werk, door de opstootjes, het rumoer en de openbare dronkenschap.
Over dit bijzondere onderwerp schreef de historicus Eddie van Roon een artikel enkele jaren terug in het blad Historisch Tijdschrift Holland, getiteld De recrutering voor de nationale militie in Zuid-Holland 1880-1900.