Welke officieren moest koning Willem I voor zijn nieuwe land en leger aanstellen gedurende de periode 1814 - 1815, zodat zijn krijgsmacht overal op een optimale wijze voorzien zou zijn van het beste commando? Aan de ene kant waren er vele hooggeplaatste adellijke oranje-aanhangers die voor 1795 loyaal waren geweest, maar in de periode van de napoleontische oorlogen geen enkele nieuwe ervaring hadden opgedaan. Aan de andere kant waren er die officieren met soms meer dan twintig jaar ervaring op de laatste slagvelden. Wie kon Willem I vertrouwen van deze Nederlanders? Zeker toen zijn gezag zich uitbreide over de Belgische provincies medio 1814, wanneer ook Belgische officieren in aanmerking kwamen voor commandoposten binnen het jonge en nieuwe Nederlandse leger.
Over dit onderwerp schreef de historicus Jos Gabriëls in 2013 in het Tijdschrift voor Geschiedenis een artikel, getiteld Betrouwbaar of bekwaam: ideologie en professionalisme bij de keuze van generaals voor het nieuwe Nederlandse leger, 1814-1815.