medailles.jpg

In het kader van ons vijftigjarige jubileum symposium en de aldaar aanwezige sprekers presenteren we hier alvast een studie, zodat bezoekers op deze dag en andere geïnteresseerden zich alvast kunnen inlezen op één van de onderwerpen.

Ingang van de Cadettenschool (foto ontleend aan website Militair Magazijn)

In zijn studie schrijft dhr. P. Juffermans:

'Het beroep was naast het bezit (zowel kapitaal als liquide middelen) en afkomst een van de meest toonaangevende symbolen die aangaven tot welke klasse men behoorde. Ook de opleiding van het individu speelt hierbij een rol. Anders dan voorheen waren veel beroepen in de 19e eeuw toegankelijk voor hen die de opleiding kon betalen. Het beroep was niet meer slechts gebonden aan afkomst. Met deze ideologie in gedachte zou ook het leger toegankelijker moeten zijn. De officierenstand werd bijvoorbeeld, met de oprichting van de Koninklijke Militaire Academie (KMA), een toegankelijkere positie, die in tegenstelling met vroeger niet langer alleen voor de adel toegankelijk was maar voor iedereen die de KMA kon betalen. Naast de weg via de KMA waren er nog twee manieren om de rang van officier te bereiken namelijk via de koning of via de onderofficiersopleiding. De laatste mogelijkheid bood kans eventueel te kunnen promoveren tot officier. De onderofficier moest zichzelf bewijzen door prestaties in de praktijk en het behalen van de officiersexamens.'

In 2012 schreef dhr. Juffermans zijn bachelor thesis (Universiteit van Utrecht), getiteld De Koninklijke Militaire Academie en het burgerlijk onderwijs (1827-1890). Het Nederlands militair onderwijs als onderdeel van het Nederlands burgerlijk onderwijs.