tank.jpg

Wanneer de Staatse troepen eind 16e eeuw vaste grond krijgen in wat nu bekend is als Zeeuws-Vlaanderen, weten ze ondanks de Spaanse herovering van Antwerpen en de gebieden er omheen, nog vaak binnen te dringen in dit territorium. Niet zozeer om hier nieuw gebied te veroveren, maar om in de Vlaamse stadjes en dorpen binnen te vallen en losgeld te vragen en zo deels te oorlog te financieren. Wie niet kon betalen, leverde de wrange prijs van plundering en verwoesting van woningen, have en goed en wat niet meer aanwezig in deze kleine gemeenschappen.

Dit veelal onbekende deel van de strijd tussen de Staatsen van de Nederlandse republiek en hun Spaanse tegenstander ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog wordt beschreven in een artikel van dhr. De Kraker gepubliceerd in het tijdschrift BMGN - Low Countries Historical Review in 2006 (nummer 1), en getiteld Een staatse strategie in een ‘uitgestorven’ land: organisatie en ten uitvoerlegging van de brandschat in Vlaanderen, 1585 tot 1604.

Plundering van een dorp, mogelijk Wommelgem in 1589 (ca. 1615-1620), door Sebastiaan Vrancx (Düsseldorf Museum Kunstpalatz)

 

Voor de invasie van Rusland in 1812 had Napoleon duizenden, zo niet tienduizenden, extra dienstplichtigen nodig om zijn legers te vullen. Eentje daarvan was Cornelis van Vreugdenhil. Alles maakte hij mee in de veldtocht naar Rusland, waaronder ook krijgsgevangen gemaakt worden. Zo kreeg hij de kans om na de overtocht van de Berezina, de hele tocht nogmaals uit te voeren als lid van het Russisch-Duitse Legioen en weer dicht bij huis te komen in 1814. Twee jaar later alweer, terwijl het nieuwe Nederlandse koninkrijk hem ook weer wilde inlijven voor de militaire dienst. Voor zijn verdiensten voor het Franse keizerrijk ontving Cornelis nog de St. Helena medaille.

In een algemene reconstructie van wat Cornelis van Vreugdenhil uit De Lier heeft moeten meemaken, schreef dhr. Ham een artikel in het blad Oud Westland, getiteld De avonturen van Cornelis van Vreugdenhil.

Op 13 mei 1940 braken Duitse strijdkrachten uiteindelijk door de linies van de Nederlandse troepen op de Grebbeberg na enkele dagen van harde gevechten.

Op YouTube is een documentaire met bijzondere beelden te zien over deze strijd (speelduur net iets meer dan 1 uur) van Dutch Docu Channel, getiteld De Slag om de Grebbeberg 1940.

Op 10 mei 1940 lag de 1e Afdeling van het 16e Regiment Artillerie in het Land van Maas en Waal rondom de dorpjes Bemmel en Wamel. Als onderdeel van de Brigade B werd het daarna snel verplaatst richting de Grebbeberg, om daar de aanwezige artillerie te versterken. Koos Duivesteijn diende in deze dagen bij de 2e Batterij als richter van een 7-Veld artilleriestuk.

Zijn verhaal werd opgetekend door zijn kleinzoon (webmaster van deze website) en in 2016 gepubliceerd in het blad Mars et Historia. Vervolgens werd het ook beschikbaar gesteld op de website van het Oranje comité van Bleiswijk, waar Koos Duivesteijn vandaan kwam. Lees hier zijn persoonlijk opgetekende verhaal over een Artillerist achter de Grebbeberg.

Koos Duivesteijn (geheel links) bij instructie met een 7-Veld stuk

Op 10 mei 1940 lag soldaat Jan Kramer van het 10e Regiment Infanterie met zijn sectie bij Buursteeg, net iets zuidoostelijker van het Fort aan de Buursteeg, toen de oorlog uitbrak. Tijdens de mobilisatie maakte hij vele tekeningen, waaronder die van het zicht vanuit zijn stelling over het land waarover ook de Duitsers zouden oprukken. Die tekening is tegenwoordig in het bezoekerscentrum van het fort te zien.

Ook hield hij een dagboek bij, wat te lezen is op de website van Oud Scherpenheuvel via de volgende weblink BERICHT UIT DE VOORPOSTEN 1-II-10 R.I. 2e Sectie MEI 1940.